Herman Saftleven

RKD STUDIES

3.10 Gezichten in en buiten Utrecht


Reeks 10

datering: tussen 1660 en 1665

formaat: liggend, circa 110 x 150 mm

aantal: meer dan 83 (waarvan minstens 13 herhalingen)

voorbeelden:


a
Herman Saftleven
Het bolwerk Lepelenburg te Utrecht, tussen 1660 en 1665
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. Atlas Coenen van 's Gravesloot, no. 38641

b
Herman Saftleven
De zuidwestelijke hoek van het bolwerk Lepelenburg in Utrecht, tussen 1660 en 1665
Los Angeles (Californië), Malibu (Californië), J. Paul Getty Museum, inv./cat.nr. 2011.33


c
Herman Saftleven
Het Mariabolwerk met de daarop gevestigde plateelfabriek vanaf de Utrechtse stadswal gezien, tussen 1660 en 1665
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. Atlas Coenen van 's Gravesloot, no. 38643

d
Herman Saftleven
De westpunt van het Mariabolwerk te Utrecht, tussen 1660 en 1665
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 36491


e
Herman Saftleven
Gezicht op Utrecht vanaf de stadswal ter hoogte van de Bergstraat, tussen 1660 en 1665
Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inv./cat.nr. Collectie De Grez, no. 4060 / 3168

f
Herman Saftleven
Scheepswerfje langs de Vaartsche Rijn bij Utrecht, tussen 1660 en 1665
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. Atlas Coenen van 's Gravesloot, no. 38642


g
Herman Saftleven
Pieterskerkhof in Utrecht, tussen 1660 en 1665
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1902-A-4574

h
Herman Saftleven
Markt op de Mariaplaats in Utrecht, tussen 1660 en 1665
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1899-A-4086


i
Herman Saftleven
De stadsmuur van Montfoort ten noorden van de Heeswijkerpoort, tussen 1660 en 1665
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 200229

j
Herman Saftleven
Gezicht in het gehucht Backersdorp bij Vlissingen, tussen 1660 en 1665
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1906-33


k
Herman Saftleven
Wachthuis de Vijgeter te Koudekerke (Veere) bij Vlissingen, tussen 1660 en 1665
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1913-56

l
Herman Saftleven
Landschap met mannen die een vaart graven, en een tredmolen met paarden, tussen 1660 en 1665
Londen (Engeland), British Museum, inv./cat.nr. 1946.7.13.1007


Deze omvangrijke reeks bestaat uit meer dan 83 gezichten van Utrecht en (ruime) omgeving op prentbriefkaartformaat.1 In de collectie van Het Utrechts Archief bevinden zich zeventien tekeningen uit deze reeks, in die van het Rijksmuseum twaalf, in die van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België zeven, in die van de John and Marine van Vlissingen Foundation zes en in die van het British Museum vier. Sybrand Feitama II bezat tien bladen uit de reeks.2

De tekeningen zijn uitgevoerd in zwart krijt en penseel in bruin of grijs. Karikaturale figuurtjes en waaiervormige boompjes zijn alom aanwezig in deze aantrekkelijke landschapjes. Veruit de meeste bladen zijn aan de onderzijde voorzien van een klein monogram. Van verscheidene tekeningen bestaan replieken of varianten in hetzelfde formaat. Omdat dergelijke eigenhandige herhalingen soms moeilijk van de ‘originelen’ zijn te onderscheiden, worden zij hier meegeteld in de serie.3

In de reeks bevinden zich zo’n veertig gezichten van de Utrechtse stadsverdedigingswerken en de Stadsbuitengracht (a, b, c, d en e). Daarnaast behoren ook gezichten van de Vaartsche Rijn (f) en de buitengerechten Bemuurde Weerd en Tolsteeg tot de reeks.4 Voorstellingen van het Pieterskerkhof (g) en de Mariaplaats (h) geven een inkijkje in de Utrechtse binnenstad, die – voor zover bekend – veel minder vaak door Saftleven in beeld is gebracht. Verscheidene ‘Hollandse’ landschappen en riviergezichten met scheepstimmerwerfjes zijn topografisch niet te duiden, maar zullen vermoedelijk in de directe omgeving van Utrecht gezocht moeten worden.5

Naast Utrechtse gezichten treffen we in deze reeks ook tekeningen aan van Oud-Zuilen, De Bilt, Montfoort (i) en Rhenen.6 Opvallend zijn de Zeeuwse voostellingen van Vlissingen, het nabijgelegen gehucht Backersdorp (j) en Wachthuis de Vijgeter bij Koudekerke (k), die eveneens tot de reeks kunnen worden gerekend.7 Mogelijk heeft Saftleven deze vervaardigd tijdens een bezoek aan zijn jongere broer Abraham (geb. ca. 1612/1613-na 1665), die in Vlissingen woonde en daar in 1665 als koopman werkzaam was.8

Salomonson achtte een datering omstreeks 1664 van de reeks waarschijnlijk.9 De bijzondere belangstelling die Saftleven aan de dag legde voor de westelijke stadswal van Utrecht was volgens hem ingegeven door de plannen van het stadsbestuur om het Mariabolwerk af te graven en de daarop gevestigde plateelfabriek af te breken – plannen die in 1664 tot uitvoering kwamen. Een argument dat de door Salomonson voorgestelde datering kan ondersteunen, heeft betrekking op een tekening in het British Museum (l) van een landschap met mannen, die een vaart graven. Op een strookje papier dat op het opzetkarton is geplakt staat: ‘Het graave van de niewe vaart’. Het betreffende kanaal is zeer vermoedelijk de Nieuwe Leidschevaart, die tussen 1662 en 1665 werd gegraven als een directe verbinding tussen het Leidseveer bij de Catharijnepoort en de Leidsche Rijn bij het huidige Park Oog in Al. Ook dit wijst dus in de richting van een datering in de eerste helft van de jaren 1660.

Een gezicht op een molen aan de Vaartsche Rijn is linksonder gemonogrammeerd en gedateerd ‘HSL 1660’.10 Voor zover bekend is dit de enige tekening in de reeks die van een jaartal is voorzien. Helaas kennen we dit blad enkel van een matige reproductie in een veilingcatalogus van 1921, waardoor het lastig is om al te harde conclusies te verbinden aan dit jaartal, dat net binnen de hier voorgestelde datering van de serie als geheel valt: tussen 1660 en 1665. Op verscheidene schilderijen (paneeltjes van circa 15 x 24 cm), die Saftleven tussen 1664 en 1667 vervaardigde, zijn motieven aan te wijzen die zijn ontleend aan tekeningen uit deze serie.11

Er bestaan aanwijzingen dat Saftleven zich in sommige gevallen heeft gebaseerd op (vooralsnog onbekende) schetsen, die hij eerder vervaardigde. Zo herkennen we in een gezicht op een scheepswerfje tegenover het Begijnebolwerk motieven van een op koper geschilderd Rijnlandschap van 1652.12 Waarschijnlijk had hij dit scheepswerfje dus al eerder vastgelegd. Twee tekeningen van de Hoge Brug in Tolsteeg zullen eveneens teruggaan op oudere schetsen, aangezien deze stenen boogbrug omstreeks 1654, in het kader van de realisering van de staande mast route, werd vervangen door een ophaalbrug.13

Van ten minste negentien gezichten bestaan natekeningen van Abraham Rademaker.14 Zoals in het vorige hoofdstuk werd vermeld, zijn deze met pen en penseel in bruin uitgevoerd in ‘Jan de Bisschop-stijl’, genoemd naar de Haagse advocaat en amateurtekenaar Jan de Bisschop (1628-1671).15 Van vier bladen zijn de voorbeelden onbekend.16 Andries Schoemaker (1660-1735) maakte kopieën van zeker elf tekeningen, waarvan één onbekend is.17


Notes

1 Schulz stelde in 1982 dat er meer dan vijftig tekeningen uit deze groep ‘kleiner Ansichten aus Utrecht und umgebung’ bekend waren. Zie hiervoor: Schulz 1982, p. 65.

2 Veiling Sybrand Feitama II, Amsterdam (De Bosch), 16 oktober 1758 en volgende dagen, Letter N, nrs. 24 t/m 33.

3 Zie bijvoorbeeld: RKDimages, nrs. 293919 en 293920.

4 Voor de Bemuurde Weerd, zie: RKDimages, nrs. 301997, 293596, 230206, 300967, 243676, 305074, 294017, 305067 en 293950; voor Tolsteeg en de Vaartsche Rijn, zie: RKDimages, nrs. 293689, 293705, 293948, 293942 en 293927.

5 RKDimages, nrs. 293898, 293899 en 307232.

6 Voor Oud-Zuilen, zie: RKDimages, nr. 294292; voor De Bilt, zie: RKDimages, nrs. 294584, 45388, 301032 en 17520; voor Rhenen, zie: RKDimages, nr. 301476.

7 Voor Vlissingen, zie RKDimages, nr. 232509; voor de Vijgeter, zie: RKDimages, nrs. 10405 en 10402.

8 Schoemaker 2022A, p. 95.

9 Salomonson 1983, pp. 28-42 (hoofdstuk V: ‘Een groep stadswaltekeningen uit de jaren 1655-1665, waarschijnlijk ontstaan omstreeks 1664’).

10 RKDimages, nr. 293948. Schulz meende dat er ‘1669' staat, wat hij waarschijnlijk overnam van de tekst in de catalogus van de veiling in Leipzig bij C.G. Boerner in 1921. Daarbij merkte hij op: ‘letzte Ziffer unsicher’.

11 In een gezicht op een aanlegplaats bij een stadspoort van 1664 (RKDimages, nr. 302959) verwerkte Saftleven zowel Vlissingse als Utrechtse motieven (RKDimages, nrs 232509 en 301997). In hetzelfde jaar ‘transformeerde’ hij een gezicht op de Utrechtse stadswal met de kerk van het Duitse Huis (RKDimages, nr. 294015) in een Rijnlandschap met een drukke overslagplaats (RKDimages, nr. 60146). Waakhuis De Kikker bij het Lucasbolwerk (RKDimages, nr. 66022) figureert in een 1665 gedateerd Rijnlandschap met een aanlegplaats (RKDimages, nr. 33088). In een rivierlandschap dat vermoedelijk omstreeks dezelfde tijd ontstond (RKDimages, nr. 302936), vinden we vrijwel de gehele compositie van de tekening terug. De gedenkzuil op een Rijnlandschap van 1667 (RKDimages, nr. 293644) lijkt sterk op een mijlpaal bij Rhenen (RKDimages, nr. 301476). In hetzelfde jaar vormde Saftleven een ‘Nederlands landschap’ (RKDimages, nr. 294009) om in een weids heuvellandschap (RKDimages, nr. 302516). Het is opvallend dat hij deze compositie tien jaar later herhaalde in een tekening van een panoramalandschap (RKDimages, nr. 302517). In 1666 schilderde Cornelis Saftleven (1607-1681) een veemarkt bij de Utrechtse Maliepoort (RKDimages, nr. 69479). Op een tekening uit de reeks (RKDimages, nr. 10407) bracht Herman deze bouwvallige poort, die in 1664 zou worden vervangen door een nieuw exemplaar, vanuit hetzelfde standpunt in beeld. Zie ook: Salomonson 1983, pp. 38-41, afb. 21 en 22. Voor de ‘nieuwe’ Maliepoort, zie: RKDimages, nr. 309016; Het Utrechts Archief, CB, nrs. 35218 en 36564.

12 RKDimages, nrs. 293926 en 307641.

13 RKDimages, nrs. 293705 en 293689. Voor de staande mast route, zie: Dam 1998, pp. 71-72.

14 Voor deze kopiereeks, zie: RKDimages, nr. 305213.

15 Rademaker imiteerde diens materiaalgebruik en tekentrant. Zie hiervoor: Dumas 2020, pp. 95-96.

16 RKDimages, nrs. 293684, 293904, 25551 en 25555. Een tekening van het gehucht Backersdorp van Rademaker (RKDimages, nr. 307700) is vermoedelijk gebaseerd op een tekening van Herman Saftleven (RKDimages, nr. 301031) uit de reeks. Rademakers blad is alleen bekend van de catalogus van de nalatenschapsveiling van de Amsterdamse kunstverzamelaar Hendrik van Maarsseveen (1731-1792).

17 RKDimages, nrs. 302513, 302514, 302437, 302275, 307535, 302436, 302440 en 302439; van nr. 302436 (boven) is het voorbeeld onbekend. Eén tekening is zowel door Rademaker als door Schoemaker gekopieerd. Zie hiervoor RKDimages, nrs. 293596, 236166 en 302275.