Herman Saftleven

RKD STUDIES

3.1 Utrechtse stadswaltekeningen


Reeks 1

datering: circa 1645

formaat: staand, circa 165 x 130 mm

aantal: 6


a
Herman Saftleven
De westelijke stadswal van Utrecht met Zadelaarstoren, Bijlhouwerstoren en bastion Sterrenburg, 1645 gedateerd
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. Atlas Coenen van 's Gravesoot, no. 38472

b
Herman Saftleven
De Wittevrouwenpoort in Utrecht vanaf de stadswal gezien, ca. 1645
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 36590


c
Herman Saftleven
De Utrechtse stadswal bij de Mariawaterpoort, ca. 1645
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, inv./cat.nr. HS 3 (PK)

d
Herman Saftleven
De Utrechtse stadswal bij het Lucasbolwerk, ca. 1645
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, inv./cat.nr. HS 4 (PK)


e
Herman Saftleven
De Utrechtse stadswal ten noorden van de Mariawaterpoort met de 'toren met de boom', ca. 1645
Frankfurt am Main, Städel Museum, inv./cat.nr. 3021 Z

f
Herman Saftleven
Gezicht op de Utrechtse stadswal bij de Zadelaarstoren, ca. 1645
Private collection


In 1983 bracht Salomonson vijf bladen uit deze reeks voor het eerst met elkaar in verband.1 Twee behoren tot de collectie van Het Utrechts Archief (a en b) en twee tot die van Museum Boijmans Van Beuningen (c en d). Het vijfde blad bevindt zich in het Städel Museum in Frankfurt am Main (e). Een tekening van de Utrechtse stadswal bij de Zadelaarstoren – sinds 2017 in de Fondation Custodia / Collection Frits Lugt – kan als zesde (f) aan deze reeks worden toegevoegd.

Van de zes tekeningen – vier van de westelijke en twee van de oostelijke stadswal – zijn er drie (a, c en d) gemonogrammeerd, waarvan één (a) is voorzien van het jaartal 1645.2 De andere bladen zullen in of omstreeks hetzelfde jaar zijn ontstaan, zoals Salomonson reeds voorstelde. Het gezicht op de Wittevrouwenpoort (b) dateert zeker van voor de sloop van deze middeleeuwse stadspoort in 1648. Op de tekening van het Lucasbolwerk in Museum Boijmans Van Beuningen (d) zien we het restant van een ophaalbrug, die voorheen de verbinding tussen het aarden verdedigingswerk en de stadswal vormde. Ook dit wijst op een relatief vroege datering aangezien dit overblijfsel van de ophaalbrug op een latere tekening van Saftleven is verdwenen.3


Notes

1 Salomonson 1983, pp. 17-28 (hoofdstuk IV: ‘Een groep stadswaltekeningen, ontstaan omstreeks 1645’). Van twee tekeningen bestaan kopieën, die mijns inziens kwalitatief te zwak zijn voor een toeschrijving aan Saftleven (RKDimages, nrs. 292669 en 294514). Een anonieme, ‘vrije’ kopie in een liggend formaat naar een tekening uit de reeks bevindt zich in Besançon (RKDimages, nr. 302307).

2 Er is mijns inziens geen reden om aan te nemen dat het laatstgenoemde blad een kopie is, zoals Schulz meende. De voorstelling komt overeen met het linkerdeel van een 1648 gedateerde tekening in Londen (RKDimages, nr. 45320) uit reeks 3.

3 RKDimages, nr. 66022. Zie ook: Salomonson 1983, pp. 21-22. De ophaalbruggen van de aarden bolwerken zijn vermoedelijk tussen 1630 en 1645 ontmanteld. Op een tekening van de stadswal bij het Begijnebolwerk van ca. 1630 door Andries Both (RKDimages, nr. 36215) is de ophaalbrug vóór het Begijnewaterpoortje nog aanwezig.