3. Catalogus deel I : Reeksen met Utrechtse stadswalmotieven door Herman Saftleven
Laurens Schoemaker
Gedurende zijn gehele kunstenaarsloopbaan vervaardigde Saftleven etsen en tekeningen in reeksen. Dit begon in 1627 met een reeks van vijf genummerde etsen van landschappen in de stijl van Willem Buytewech I (1591/1592-1624) en eindigde met een reeks tekeningen van planten en bloemen, die hij tussen 1680 en 1684 op verzoek van Agnes Block (1629-1704) vervaardigde op haar buitenplaats Vijverhof in Nieuwersluis.1 In de tussenliggende periode maakte hij talloze reeksen met landschappen, dorps- en stadsgezichten, scheepjes en figuren, zowel in groot als klein formaat. Deze kenmerken zich, behalve in de weergave van specifieke onderwerpen, door uniforme maten en overeenkomsten in techniek en uitvoering.
Tekeningen uit dezelfde serie zullen oorspronkelijk veelal in mappen of banden bij elkaar zijn gehouden. Verscheidene reeksen waren voorzien van een titelblad.2 Van de reeks grote ruïne-tekeningen van de Domkerk en de Pieterskerk, die in 1682 door de stad Utrecht werd aangekocht en nu behoort tot de collectie van Het Utrechts Archief, is zowel een titelblad als een register bewaard gebleven.3 In de catalogus van de veiling in 1800 van de verzameling van de Amsterdamse kunstenaar en kunstverzamelaar Cornelis Ploos van Amstel (1726-1798) wordt vermeld dat een reeks van vijftig ruïnetekeningen (hier reeks 15) een ‘Tytel’ bevatte. Een 1664 gedateerde tekening van een ovale, met eikenloof en slak versierde, cartouche is mogelijk zo’n titelblad, al is niet bekend bij welke reeks deze hoorde [1].4
Voortbouwend op de publicaties van de Duitse kunsthistoricus Wolfgang Schulz (1934-2015) en de Nederlandse Saftleven-specialist Jan Willem Salomonson (1925-2017) worden in dit hoofdstuk zestien reeksen met Utrechtse stadswalmotieven behandeld.5 Deze reeksen zijn tussen 1645 en 1677 tot stand gekomen en worden hier – voor zover mogelijk – in chronologische volgorde gepresenteerd. In de beschrijvingen van de reeksen zijn links opgenomen naar de records hiervan in RKDimages. Wanneer een reeks uit vier tot en met twaalf tekeningen bestaat, worden zij allemaal afgebeeld. Reeksen, die meer tekeningen bevatten, worden geïllustreerd met twaalf voorbeelden.
In de reeksen 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 14 en 15 bevinden zich uitsluitend Utrechtse gezichten. Tot de overige behoren, naast Utrechtse gezichten, ook tekeningen van andere plaatsen of fantasiegezichten. Regelmatig komen we eigenhandige replieken van tekeningen tegen. Deze zijn vaak moeilijk te onderscheiden van de ‘originelen’ waarop zij teruggaan en zijn om die reden meestal meegenomen in de betreffende reeks. De reeksen zijn niet allemaal compleet bewaard gebleven. Van De vier jaargetijden (reeks 4) en De twaalf maanden (reeks 13A/13B) is bekend uit hoeveel exemplaren deze bestaan of bestaan moeten hebben. Bij de andere reeksen is dat niet het geval. Hierdoor is het lastig om te bepalen hoeveel tekeningen er in de loop der tijd verloren zijn gegaan. Wel is opvallend dat het aantal latere kopieën naar ons onbekende tekeningen van Saftleven relatief gering is.6 Voorzichtig zouden we hieruit de conclusie kunnen trekken, dat we zijn meeste tekeningen met Utrechtse gezichten kennen.

1
Herman Saftleven
Cartouche met bladeren en een slak, 1664 gedateerd
Rotterdam, kunsthandel Den Otter Fine Art
Notes
1 Voor de reeks etsen, zie: Hollstein 1949-2010, dl. 23 (1980), pp. 131-132, nrs. 20-24; RKDimages, nr. 304942. Voor de tekeningen van planten en bloemen zie: Schulz 1982, pp. 95-101, 481-488, nrs. 1420-1446; RKDimages, nr. 302768. Voor beide reeksen, zie ook hoofdstuk 1 van deze RKD Study.
2 In de nalatenschapsveiling van de tekeningencollectie van Pieter Hendrik Goll van Franckenstein (1787-1832) bevond zich ‘Eene zeldzame verzameling van 87 stuks, met den Tijtel, fraaije, door herman saftleven geteekende en eigenaardig gekleurde, Afbeeldingen van vele soorten van bloemen, met derzelver namen, alle gelijkvormig opgezet, verguld op snee, in één portefeuille.' Waarschijnlijk had Saftleven deze tekeningen voor Agnes Block vervaardigd. Veiling Pieter Hendrik Goll van Franckenstein, Amsterdam (Brondgeest…De Vries), 1 juli 1838 en volgende dagen, omslag PP [f 25 aan ‘Engelberts’].
3 Het Utrechts Archief, Collectie Beeldmateriaal (CB), nrs. 28623 en 28624. Voor de gehele reeks, zie: Kipp 1974A; Utrecht 1974; Schulz 1982, pp. 64, 284-293, nrs. 593-614; Wilmer 2005, nrs. 219-220, 222-223, 225-226, 228-229, 230-235; Wilmer 2023, nrs. III, 158-159, 161-164, 166-171, 191; RKDimages, nr. 302874.
4 Voor titelbladen, zie: Plomp 2001, p. 85.
5 Schulz 1982 en Salomonson 1983.
6 In hoofdstuk 4 komen twaalf kopieën naar onbekende tekeningen van Saftleven aan de orde: RKDimages, nrs. 293823, 293684, 274891, 305100, 294610, 293721, 293769, 310008, 293904, 25555, 25551 en 302436 (boven).