2.9 Opdrachtgevers en verzamelaars
Al tijdens zijn leven gingen kunstwerken van Saftleven van de ene op de andere eigenaar over. Zo noteerde de steenrijke Utrechtse verzamelaar Willem Vincent van Wyttenhorst (1613-1674) in de door hem opgestelde inventaris van zijn schilderijenverzameling, dat hij in 1651 vijftig gulden aan de erfgenamen van Godard van Reede had betaald voor een schilderij (zonder lijst) van Herman Saftleven van ‘een boerenscuer met veel potten en ketels ende beelden daer in seer curieus alles bij maelcander geassorteert op een groot hout paneel’.1 Hij voegde hieraan toe dat hij er ‘teegenwoordig wel hondert en vyftig gl’ voor zou kunnen krijgen, wat erop duidt dat schilderijen van Saftleven in waarde stegen en goed in de markt lagen. Saftleven zal het betreffende boereninterieur in het midden van de jaren 1630 hebben gemaakt voor Van Reede, die in het begin van zijn loopbaan zijn belangrijkste afnemer was.
Die rol werd later overgenomen door Van Wyttenhorst – sinds 1646 woonachtig in het huis met het huidige adres Drift 21. Aan twee geschilderde landschappen van Dirck Verhaert (1605/1615-1675/1685), die Van Wyttenhorst in 1647 kocht, had Saftleven kosteloos de figuurtjes (‘beeldekens’) toegevoegd.2 Tussen 1648 en 1659 verwierf Van Wyttenhorst maar liefst negentien van Saftlevens schilderijen, waarvan hij de meeste direct van de kunstenaar afnam, zoals blijkt uit notities in diens inventaris als ‘heb daer voor aen Herman Saftleeven betaelt hondert en twintig gl’ en ‘heb daer voor aende man selver betaelt de somma van hondert en vyftig gl dus alhier pro memoria sonder de leyst’.3
Van Wyttenhorst was getrouwd met Wilhelmina van Bronckhorst (1601-1669), aan wie in 1641 kasteel Nijenrode bij Breukelen was toegevallen.4 Mogelijk heeft Saftleven zijn 1653 gedateerde ets van het kasteel [89] in opdracht van het echtpaar Van Wyttenhorst vervaardigd. Een tekening met vrijwel dezelfde voorstelling, waarschijnlijk een ontwerptekening, bevindt zich in het Rijksmuseum [90].5 Saftlevens band met Van Wyttenhorst blijkt verder uit enkele tekeningen, die hij vanuit de tuin van diens stadshuis aan de Drift maakte van het huis Renesse (tegenwoordig Drift nummer 23/25).6 Op de achterzijde van één daarvan schreef de kunstenaar: ‘in den hof van den Ed. heer van Wittenhorst getekent’.

89
Herman Saftleven
Gezicht over de Vecht op kasteel Nijenrode, 1653 gedateerd
Amsterdam, Rijksprentenkabinet, inv./cat.nr. RP-P-1910-4043

90
Herman Saftleven
Gezicht over de Vecht op kasteel Nijenrode, ca. 1653
Amsterdam, Rijksprentenkabinet, inv./cat.nr. RP-T-1905-95
Een andere opdrachtgever was de Utrechtse regent Johan Strick van Linschoten (1625-1685). Een 1654 gedateerd schilderij met een voorstelling van het Huis te Linschoten – tegenwoordig in de collectie van Stichting Landgoed Linschoten – heeft Saftleven ongetwijfeld voor hem gemaakt [91]. Strick van Linschoten was eigenaar van deze buitenplaats bij het dorp Linschoten (tussen Woerden en Montfoort). Het schilderij zal bestemd zijn geweest voor diens stadshuis in Utrecht. Volgens zijn in 1650 opgestelde testament woonde hij samen met zijn echtgenote Christina Taets van Amerongen (1627-1686) ‘ontrent St. Peterskerckhoff’ (Pieterskerkhof), dus bij Saftleven om de hoek.7 Een meer dan negentig centimeter brede, getekende voorstudie met een vergelijkbare voorstelling behoort eveneens tot de collectie van de stichting [92].8

91
Herman Saftleven
Huis te Linschoten bij Linschoten, 1654 gedateerd
Linschoten, Stichting Landgoed Linschoten

92
Herman Saftleven
Huis te Linschoten bij Linschoten, ca. 1654
Linschoten, Stichting Landgoed Linschoten
Vanwege de herkenbaarheid ligt het in de lijn der verwachting dat Saftlevens Utrechtse gezichten door Utrechters – dan wel mensen die bekend waren met de plaatselijke situatie – werden verworven. Het is daarom verrassend, dat de meeste daarvan in de achttiende en de negentiende eeuw niet ín, maar buiten Utrecht opduiken. We komen tekeningen van Saftleven tegen in de omvangrijke nalatenschapsveilingen van gerenommeerde verzamelaars als Constantijn Sennepart (1625-1703), Samuel van Huls (1655-1734), Gerrit Schaak, Abraham Rademaker (ca. 1677-1735), Sybrand Feitama II (1694-1758), Gerard van Rossum (1699-1772), Dionys Muilman (1702-1772), Cornelis Ploos van Amstel, Jan Willem Barchman Wuytiers (1726-1791) en Jacob de Vos (1735-1833).9 Dit lijkt het vermoeden te bevestigen, dat Saftlevens tekeningen – waaronder stadswaltekeningen – vanaf het begin circuleerden in kringen van verzamelaars, kunstenaars en handelaren.10 De inventaris van de collectie van de Amsterdamse kunsthandelaar en kunstverzamelaar Jan Pietersz. Zomer (1641-1724) vermeldt ‘36 kapitale Landschappen van Harman Sagtleven, alle na ’t leven’, ‘Veel Gezigten van Harman Zagtleven’ en ‘21 zoo kleene als andere van Zagtleven’.11
In zijn Notitie der teekiningen schreef de Amsterdamse tekeningenverzamelaar Sybrand Feitama II, dat vier grote bladen met Utrechtse gezichten van Saftleven [93-96] omstreeks 1695 waren aangekocht.12 Dat moet dan zijn gedaan door zijn grootvader Sybrand Feitama I (1620-1701) of zijn vader Isaac Feitama (1666-1709). Op de veiling van de verzameling van Sybrand Feitama II in 1758 brachten zij samen bijna 50 gulden op. Twee bladen, die werden afgeslagen aan de tekeningenverzamelaar en amateurtekenaar Johann Edler Goll van Frankenstein (1722-1785), bevinden zich tegenwoordig in het Rijksmuseum [93 en 94]. De twee andere hebben uiteindelijk hun thuis gevonden in Het Utrechts Archief [95 en 96]. Een iets kleinere tekening in staand formaat [97], die stilistisch op de vier genoemde bladen aansluit, bevond zich eveneens vanaf ongeveer 1695 in de collectie van de Feitama’s. Ook dit blad werd op de veiling in 1758 door Goll van Franckenstein verworven.13

93
Herman Saftleven
Gezicht op het zuidelijke gedeelte van de Nieuwegracht te Utrecht, genaamd 'Onder de Linden', ca. 1655
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1891-A-2427

94
Herman Saftleven
Gezicht op het zuidelijke gedeelte van de Nieuwegracht te Utrecht, genaamd 'Onder de Linden', ca. 1655
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1891-A-2428

95
Herman Saftleven
Gezicht op het zuidelijke gedeelte van de Nieuwegracht te Utrecht, genaamd 'Onder de Linden' met rechts het Annaklooster, ca. 1655
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 30335

96
Herman Saftleven
Gezicht over de Stadsbuitengracht op de Utrechtse stadsmuur, bastion Zonnenburg en de kerk van het Servaasklooster, ca. 1655
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 28424

97
Herman Saftleven
Gezicht vanaf de Utrechtse stadswal bij waltoren De Bok over de Stadsbuitengracht naar de Oosterstroom, ca. 1655
Ústí nad Labem, New York City, particuliere collectie Frank C. Petschek
De Amsterdamse tekeningenverzamelaar Constantijn Sennepart bezat een volledige reeks tekeningen van de twaalf maanden van Saftleven en ‘52 Stuks allerhande soort van Mannetjes en Vrouwtjes in Waterverf konstig door Harmen Sachtleven getekent’.14 Het is denkbaar dat hij beide reeksen rechtstreeks van de kunstenaar had afgenomen. Op het titelblad van de catalogus van zijn in 1704 gehouden nalatenschapsveiling staat: ‘In meer dan 40 jaren met groote kosten en moeiten byeen vergadert en nagelaten by wylen Constant Sennepart’.
Uit oude veilingcatalogi en andere bronnen kan worden opgemaakt dat sommige bladen al vroeg zijn losgeraakt van de reeks waartoe zij behoorden. Zo gaf Sybrand Feitama II in zijn Notitie der Teekiningen een korte beschrijving van twee 1667 gedateerde bladen van Saftleven met voorstellingen van een korenoogst en een wijnoogst, die beide van Sennepart afkomstig waren en in 1704 waren verworven door Isaac Feitama. Het zullen de voorstellingen van de maanden augustus en oktober zijn uit de genoemde reeks van twaalf maanden in Senneparts nalatenschapsveiling.15 Het blad met de korenoogst bevond zich in 1982 in particuliere handen.16 De tekening met de druivenplukkers behoort tegenwoordig tot de collectie van het Pushkin Museum in Moskou [98].

98
Herman Saftleven
Panoramisch landschap met druivenplukkers (de maand Oktober), 1667 gedateerd
Moskou, Pushkin Museum, inv./cat.nr. 4727
Van de genoemde verzamelaars had Samuel van Huls (1655-1734), die tijdens zijn werkzame leven burgemeester van Den Haag was, misschien wel de meeste werken van Saftleven in bezit, waaronder drie schilderijen. Uit de catalogus van de openbare verkoop van Van Huls’ schilderijen, die op 24 april 1737 plaatsvond, blijkt dat hij eigenaar was geweest van drie ‘capitale’ Rijnlandschappen van de meester.17 Daarnaast bezat hij van beide broers Saftleven grote aantallen tekeningen. Portefeuille D.D.D. van de op 14 mei 1736 en volgende dagen gehouden veiling van zijn tekeningen bevatte maar liefst 258 losse bladen van Herman Saftleven en 77 van Cornelis Saftleven.18 Onder die van Herman bevonden zich ‘6 vûës à Utrecht d’apres nature’, ‘7 Vûës d’après nature des environs d’Utrecht, & autres lavées au bistre’ en een blad, dat wordt beschreven als ‘La Ville d’Utrecht, d’un très excelent dessein’.19 Een tekening van ‘L’Eglise des Dames Blanches’ betreft zeer vermoedelijk een gezicht vanaf de Utrechtse stadswal op de kerk van het Wittevrouwenklooster [99], dat later in bezit kwam van Frederik August II van Saksen (1794-1854) en nog later werd opgenomen in de collectie van Johan George van Saksen (1869-1938).20
Behalve losse bladen bevatte portefeuille D.D.D. een in perkament gebonden boek met 71 Rijngezichten.21 Bij dit lot wordt vermeld, dat Vondels lofdicht ‘Op het Kunstboeck van Herman Zachtleven, vermaert schilder en tekenaer’ op dit album betrekking heeft. In dezelfde portefeuille bevond zich bovendien een soortgelijk boek met 62 bladen met figuurstudies, waarmee het totale aantal bladen van Herman Saftleven daarin op de verbazingwekkend grote hoeveelheid van 391 komt22 Dat was nog niet alles, want de portefeuilles Y.Y.Y. & Z.Z.Z. bevatten twee grote boeken met in totaal 7 titelbladen en 252 tekeningen van bloemen en planten, die voor Agnes Block op haar buitenplaats Vijverhof waren vervaardigd door ‘Maîtres fort renommés’ als Herman Saftleven, Johanna Helena Herolt (1668-na 1723) en de gebroeders Pieter (1654-1695) en Johannes Withoos (1656-1687/1688).23 Hoeveel tekeningen van de afzonderlijke kunstenaars zich hierin bevonden, blijft onvermeld. Afhankelijk van de belangstelling zouden de twee albums tezamen of apart worden geveild.

99
Herman Saftleven
Het Wittevrouwenklooster in Utrecht vanaf de stadswal gezien, ca. 1655
Whereabouts unknown
Op de titelpagina van de veilingcatalogus Van Huls staat vermeld dat diens ‘fort grand & excellent cabinet de desseins des plus fameux maitres’ in een periode van meer dan vijftig jaar tot stand was gekomen. Het is denkbaar dat Van Huls’ vader, die tijdens zijn werkzame leven secretaris was van stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647) en eveneens Samuel van Huls (1596-1687) heette, ook al tekeningen verzamelde.
Mogelijk was het de meeste ‘vroege’ verzamelaars van tekeningen van Saftleven niet zozeer te doen om de door hem in beeld gebrachte locaties. Gezien de topografische ordening van zijn atlas vormde Laurens van der Hem hierop een uitzondering. Ook aan de zogenoemde Altas Munnicks van Cleeff, die uit circa 1500 topografische tekeningen van steden en dorpen in de provincie Utrecht bestaat en sinds 2012 eigendom is van de John and Marine van Vlissingen Foundation, ligt een topografische ordening ten grondslag. De atlas is genoemd naar Gerard Munnicks van Cleeff, die deze had overgenomen van de Amsterdamse boekhandelaar Hendrik Gartman (1747/1748-1819).24 Wie deze verzameling oorspronkelijk bijeengebracht heeft, is niet bekend.
Van de genoemde, achttiende-eeuwse collectioneurs woonden alleen Gerrit Schaak en Jan Willem Barchman Wuytiers in Utrecht.25 In de catalogus van de veiling Barchman Wuytiers, die op 17 september 1792 en volgende dagen plaatsvond in het woonhuis van de overledene op de hoek van het Janskerkhof en de Lange Jansstraat, worden twee schilderijen van Saftleven vermeld: ‘Een ongemeen fraai en zeer rijk gestoffeerd Rhijngezicht’ op paneel en een landschap met houthakkers op doek in een staand formaat.26 Onder de zeven tekeningen van Saftleven die onder de hamer kwamen, bevond zich ‘Een niet minder fraaije en geestige teekening, zijnde een Gezigt langs de Stads Wal te Utrecht, op St. Servaas Hek, vooraan een gedeelte der Cingel, waarop twee Beeldjes, met dito als boven behandeld, hoog 5 ½, breed 7 dm, door denzelven.’27 Het bewuste blad, dat voor 11 gulden werd afgeslagen, bevindt zich sinds 1946 in het British Museum [100].

100
Herman Saftleven
Gezicht op de stadswal van Utrecht met de Servaastoren, de kerk van het Servaasklooster en bastion Zonnenburg, tussen 1655 en 1665
Londen (Engeland), British Museum, inv./cat.nr. 1946.7.13.1011
Notes
1 Boers 2004, p. 219, nr. 1; Schoemaker 2022A, pp. 93, 101, n 56.
2 Boers 2004, p. 224, nrs. 91 en 92.
3 Boers 2004, pp. 214-229, nrs. 74 (1648), 75 (1648), 76 (1648), 77 (1648), 78 (1649), 1 (1651), 109 (1652), 110 (1652), 119 (1653), 134 (1654), 143 (1655), 154 (1655), 155 (1655), 160 (1656), 161 (1656), 177 (1657), 180 (1659), 188 (1659) en 189 (1659).
4 Zij was eigenares van het kasteel geworden na het overlijden van Bernard II van den Bongard (1598-1641), met wie zij eerder was getrouwd.
5 Een 1653 gedateerde, gekleurde tekening van Nijenrode (RKDimages, nr. 249450) is mijns inziens geen origineel werk van Saftleven, maar een latere (achttiende-eeuwse?) kopie naar de prent van het kasteel [68].
6 Universiteitsbibliotheek Leiden, nr. PK-T-AW-1228; Londen, British Museum, nr. 1836,0811.501. In de torenvormige achterbouw van het huis Renesse bevond zich een huiskapel.
7 Het Utrechts Archief, Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905, toegangsnr. 34-4, inv. 264, aktenr. 9, subakte 1 (not. G. Vastert), 16 januari 1650.
8 Vergelijk dit blad met twee tekeningen van het Huis ter Meer te Maarssen (RKDimages, nrs. 307421 en 302715).
9 Veiling Constantijn Sennepart, Amsterdam (Somer), 1 april 1704 en volgende dagen; veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen; veiling Gerrit Schaak, Amsterdam (Verkolje…Verkolje), 28 oktober 1748; veiling Abraham Rademaker, Amsterdam (Van Essen), 24 oktober 1735 en volgende dagen; veiling Sybrand Feitama II, Amsterdam (De Bosch), 16 oktober 1758 en volgende dagen; veiling Gerard van Rossum, Amsterdam (De Winter…Yver), 8 februari 1773 en volgende dagen; veiling Dionys Muilman, Amsterdam (De Bosch…Yver), 29 maart 1773 en volgende dagen; veiling Cornelis Ploos van Amstel, Amsterdam (De Bosch…Yver), 3 maart 1800 en volgende dagen; veiling Jan Willem Barchman Wuytiers, Utrecht (Wild…Altheer), 17 september 1792 en volgende dagen; veiling Jacob de Vos, Amsterdam (De Vries…Engelberts), 30 oktober 1833 en volgende dagen.
10 Over het verzamelen van tekeningen in de achttiende eeuw, zie: Plomp 2001; Haarlem/Parijs 2001; Plomp 2002.
11 J.P. Zomer, Catalogus van een uytstekend heerlyk cabinet van tekeningen en schoone drukken van prenten, boeken (…), Amsterdam ca. 1620/1624, Collectie RKD, p. 11 (in boek CC); p. 21 (in boek nr. 11); p. 30 (in boek nr. 45).
12 S. Feitama, Notitie der teekiningen, uit de oúdste en latere aanteekeningen, sedert de jaren 1685 en 1690, tot 1746, somtyds met volle zekerheid, somtijds naar de beste gissinge, of naar mijn geheúgen, opgemaakt, handgeschreven manuscript, Collectie RKD. In de bibliotheek van het RKD bevindt zich een cassette met foto’s van het manuscript. Voor de vier tekeningen, zie: Broos 1987, pp. 189-190, afb. 38-41; reeks 6 (RKDimages, nr. 307417) in hoofdstuk 3 van deze RKD Study.
13 Veiling Sybrand Feitama II, Amsterdam (De Bosch), 16 oktober 1758 en volgende dagen, Letter H, nr. 33: ‘Door herman saftleven, omtrent Ao. 1650. 33. Een Gezicht by de Waerd poort te Utrecht, met zwart kryt en roet: h. 17 1/4, br. 12 1/2 d. [f. 15,00 aan Johann Edler Goll van Franckenstein]’.
14 Veiling Constantijn Sennepart, Amsterdam (Somer), 1 april 1704 en volgende dagen, Konstboek No. 10, als ‘12 maanden van Sachtleven, soo konstig als hy die ooit gemaakt heeft, beneffens sommige van Bisschop, Hans Bol, Post, Bakhuisen, en anderen.’ De 52 figuurtekeningen bevonden zich in Boekje No. 24.
15 Voor deze reeks, zie: Schulz 1982, pp. 346-347, Folge B von 1667, nrs. 837-848; RKDimages, nr. 307435. Van Saftleven zijn drie reeksen van de twaalf maanden bekend. Voor de twee andere reeksen, zie: reeks 13A (RKDimages, nr. 307430) en reeks 13B (RKDimages, nr. 302637) in hoofdstuk 3 van deze RKD Study.
16 Schulz 1982, p. 347, nr. 844.
17 Veiling Samuel van Huls, Den Haag, 24 april 1737, nrs. 40, 41 en 42. Deze drie schilderijen brachten samen 1010 gulden op.
18 veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen, Portefeuille D.D.D., nrs. 2926-3003 (Herman Saftleven); nrs. 3004-3019 (Cornelis Saftleven).
19 Veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen, Portefeuille D.D.D., nrs. 2939, 2965 en 2998.
20 Veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen, Portefeuille D.D.D., nr. 2996, als ‘L’Eglise des Dames Blanches & un autre’.
21 Veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen, Portefeuille D.D.D., nr. 3002, als ‘un Livre relié en parchemin, avec soixante & onze vûës du Rhin d’après nature; on y a inferé le Poëme que Vondel a fait à son honneur, écrit de sa propre main.’
22 Veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen, Portefeuille D.D.D., nr. 3003, als ‘un Livre relié, de même, avec soixante & deux feuilles remplies de toutes sortes de fig. d’étude.’
23 Veiling Samuel van Huls, Den Haag (Swart), 14 mei 1736 en volgende dagen, Portefeuille Y.Y.Y. & Z.Z.Z., als ‘2 Grands Livres contenant 7 Titres, & 252 Piéces en miniature; representant des fleurs & des plantes étrangéres & autres, cultivées par Agnés Block à Vyverhoff, & peintes d’après nature, par plusieurs Maîtres fort renommés; comme Withorst, Withoos, Herm: Saftleven, Herolds & autres’. Voor dit lot, zie ook: Plomp 2001, pp. 228-229.
24 Via prins Hendrik der Nederlanden (1820-1879), die de atlas in 1870 voor f 4.500 van de Utrechtse uitgever en antiquair J.L. Beijers had gekocht, kwam deze uiteindelijk in handen van Juliana der Nederlanden (1909-2004). De erven van Juliana hebben de atlas in 2012 verkocht aan de John and Marine van Vlissingen Foundation. Voor de geschiedenis van de Atlas Munnicks van Cleeff, zie de door L.J. van der Klooster geschreven inleiding in: Laren/Utrecht 1973, pp. III-VIII.
25 In 1727 trouwde Gerrit Schaak in Amsterdam met Maria Zeegers (ca. 1682-1759). Hij woonde toen op de Kloveniersburgwal. Wanneer het echtpaar naar Utrecht verhuisde, is onbekend, maar dat moet vóór 1745 zijn geweest. Bij zijn overlijden in 1748 woonde Schaak aan de Kromme Nieuwegracht bij de Jeruzalemstraat. Zijn weduwe verbleef daar tot aan haar dood in 1759. Jan Willem Barchman Wuytiers woonde zeker al vanaf 1751 in Utrecht. In 1771 kocht hij het hoekhuis Janskerkhof/Lange Jansstraat. Vijf jaar later trouwde hij met Antoinetta van Brienen (1726-1801). Een andere belangrijke kunstverzamelaar die in Utrecht heeft gewoond, is Johan Philip de Monté (1754-1814). Hij trouwde in 1795 te Rotterdam met Maria Magdalena de Joncheere (1765-1852). Tussen 1798 en 1810 is het echtpaar van Rotterdam naar Utrecht verhuisd. De ‘schilderijen, tekeningen, prenten, prentwerken en rarieteiten’ uit de verzameling De Monté kwamen in 1825 onder de hamer: veiling Johan Philip de Monté, Rotterdam (Lamme), 4 en 5 juli 1825. Daaronder bevond zich het schilderij A farrier’s shop van Paulus Potter (1625-1654), dat tegenwoordig tot de collectie van de National Gallery of Art in Washington behoort (RKDimages, nr. 283257). Verder kunnen hier nog genoemd worden: oud-raad en burgemeester van Utrecht Jan Jacob van Mansvelt (1703-1754), wiens schilderijen op 8 april 1755 in Utrecht werden geveild; oud-raad, schepen en burgemeester Jacob Carel Martens (1711-1758), wiens bezittingen, waaronder 41 schilderijen, op 9 april 1759 in Utrecht onder de hamer kwamen; en Johannes van Wessem (gest. ca. 1785), wiens schilderijen, tekeningen en prenten op 26 juli 1786 en volgende dagen in Utrecht werden geveild. In de veilingcatalogus wordt onder lotnummer 142 vermeld: ‘H Saftleven. Hoog 33, breed 30 duim. Op Doek. Een anticq gezicht van de oude Wittevrouwe poort te Utrecht, extra natuurlyk en fraai gestoffeerd.’ Het is onbekend waar dit schilderij is gebleven.
26 Veiling Jan Willem Barchman Wuytiers, Utrecht (Wild…Altheer), 17 september 1792 en volgende dagen, p. 18, nr. 56, als ‘H. Sagtleeven. Hoog 10 1/4 breed 14 1/4 dm. paneel. Een ongemeen fraai en zeer rijk gestoffeerd Rhijngezicht, op de Bergen en in de Valeien ziet men een aantal dorpen, kasteelen, bosschaadiën enz. het water, voorzien van veelerhande schuitjes, waarin, gelijk op het land, een groote menigte aardige en werkende beeldjes, alles aangenaam, fiks en natuurlijk geschilderd [f. 26,00 aan ‘Koopman’].' Mogelijk betreft het RKDimages, nr. 71880. Idem, p. 18, nr. 57, als 'denzelven. Hoog 34 breed 30 1/4 dm. doek. Een Landschap in de hoogte, gestoffeerd met houthakkers enz. mede fraai geschilderd.’ Liefhebbers konden ‘ten huize van den Heer Cornelis van Hardenbergh, Kunstschilder in de Muntstraat’ een afspraak maken voor een van de bezichtigingen, die op een woensdag en een vrijdag voorafgaand aan de veiling plaatsvonden.
27 Veiling Jan Willem Barchman Wuytiers, Utrecht (Wild…Altheer), 17 september 1792 en volgende dagen, Konstboek B, nr. 21. Voor de overige tekeningen van Saftleven in deze veiling, zie: Konstboek B, nrs. 19, 20 en 22; Konstboek D, nr. 62 (RKDimages, nr. 234531); Konstboek G, nr. 32 (RKDimages, nr. 307380); Konstboek I, nr. 71 (mogelijk RKDimages, nr. 293691).