5.4 Saftleven en 3D-modellen
In 2007 ben ik met Daan Claessen, 3D-specialist bij de afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht, begonnen om 3D-modellen te bouwen als dankbaar hulpmiddel bij bouwhistorisch onderzoek. Aanleiding daarvoor was de voorbereiding van een boek over de Domtoren, maar al gauw bleek de daarvoor steeds verder uitgewerkte werkwijze ook een grote hulp bij bouwhistorisch onderzoek van andere objecten en voor het toetsen van hypotheses en het maken van verantwoorde reconstructies.1
Dit leidde op den duur tot een bundeling van diverse uitgewerkte deelprojecten en aanvulling tot historische stadsmaquettes in 3D in verschillende periodes, als synthese van en bezinning op de thans bestaande historische kennis van de stad in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling. Basis daarvoor was de koppeling van beschikbare bouwhistorische, archeologische, topografische en archivalische gegevens. Eén van die deelprojecten kwam voort uit de voorbereiding van de grote tentoonstelling over de Utrechtse stadsmuren in het Centraal Museum in 2020/2021, met de vraag om de opzet van de middeleeuwse stadsmuur met bijkomende werken in een inzichtelijk 3D-model uit te werken, deels in gedetailleerde vorm [20, 22, 27-36, 38].2 Dit leverde een waardevolle omsluitende ring rond de in grote delen al uitgewerkte 3D-maquette van de situatie in 1500 en 1550/1560, waarbij uiteraard ook de naaste omgeving binnen en buiten de muren diende te worden ingevuld. Deze jaartallen werden gekozen als markering van het eindpunt van de middeleeuwse ontwikkeling van de verdedigingswerken en van de situatie na de zestiende-eeuwse modernisering op last van Karel V, die zich grofweg in de jaren 1528 tot 1560 voltrok [34 en 38].

29
Reconstructie van verschillende torens en stadia in 3D: 1150, 1200, 1300, 1350, 1540, 1550, 1650 en 1700

30
Reconstructie van de oude Wittevrouwenpoort in zijn zeventiende-eeuwse vorm

31
Reconstructie van de oude Wittevrouwenpoort in zijn oorspronkelijke middeleeuwse vorm

32
Reconstructie van de middeleeuwse Rodetorenpoorten in bouwmassa’s, situatie vóór 1483

33
Reconstructie van de middeleeuwse Rodetorenpoorten in 3D, uitgewerkt als illustratie

34
Reconstructie van de nieuwe stadsmuur aan de zuidzijde van Utrecht met de Tolsteegpoort tussen de bolwerken Sterrenburg (links) en Manenburg (rechts), situatie rond 1560

35
De ‘toren met de boom’, situatie omstreeks 1660

36
De ‘toren met de boom’, reconstructie veertiende-eeuwse opzet
Als daarop aansluitend project kwam daarna de fase rond 1670 aan de orde, met de toestand van de stedelijke verdedigingswerken in de tijd van Saftleven, vlak vóór de grote storm van 1674 met de daaruit voortkomende veranderingen in het stadsbeeld. Dit project sloot aan op een tweede samenwerkingsverband, dat in 2002 begon, met Laurens Schoemaker. Dit speelde zich af op het vlak van de interpretatie van topografische tekeningen en het oplossen van raadsels, zoals het identificeren en reconstrueren van verdwenen gebouwen.3 Het leidde onder meer tot de reconstructie van het huis Vrijburg aan de Broeksloot bij Voorburg en de toren van de Grote kerk van Harderwijk. Begonnen tijdens de voorbereiding van het boek De getekende stad van Tolien Wilmer heeft dit zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een boeiend samenspel bij vragen rond allerlei topografische tekeningen en schilderijen.4
Bij een samenspraak over de tekeningen van Saftleven ontstond in 2012 bij ons allebei de wens, om op basis van de grote voorraad stadsmuur-gerelateerde tekeningen van Herman Saftleven een visuele en/of virtuele rondwandeling over en langs de Utrechtse stadsmuren uit te werken tot een boeiend en samenhangend beeld van de situatie van de Utrechtse verdedigingswerken in het derde kwart van de zeventiende eeuw.5
Al bij het begin van dit project was duidelijk dat 3D-modellen op verschillende manieren een waardevolle rol konden spelen, en wel in twee richtingen. De ervaring met 3D-modellen als hulp bij bouwhistorisch onderzoek kwam hierbij goed van pas. Enerzijds vormen de tekeningen van Herman Saftleven, zoals we in het voorgaande zagen, om verschillende redenen een belangrijke documentaire bron voor de situatie rond de stadsmuren en wallen en hun omgeving. Door zijn manier van kijken, zijn begrip voor zijn onderwerp en aandacht voor details, heeft hij, in combinatie met archeologische, bouwhistorische en archivalische gegevens, veel bijgedragen aan 3D-reconstructies van allerlei onderdelen van de Utrechtse stadsversterkingen. Dit betreft niet alleen zijn eigentijdse situatie tussen 1645 en 1674, maar maakt door de weergegeven bouwsporen in veel gevallen ook een terugblik mogelijk, dus een vorm van ‘postuum bouwhistorisch onderzoek’ bij verdwenen monumenten naar vroegere opzet en wijzigingen [3, 6, 14, 15, 17, 18, 19, 24, 25 en 37].
Omgekeerd bleken de 3D-stadsmodellen in allerlei gevallen een waardevolle hulp om de tekeningen van Saftleven beter te begrijpen dan wel te interpreteren, omdat zij daardoor in een ruimtelijk verband geplaatst konden worden. Vaak ook kon middels zichtlijnen en perspectieven vrij exact het standpunt bepaald worden van waaruit Saftleven zijn onderwerp had getekend. Zelfs konden dankzij de 3D-modellen in verschillende gevallen verdwenen objecten eeuwen later nog opgemeten worden, zoals de Plompetoren [37 en 38].

37
Herman Saftleven
Gezicht op de Plompetoren te Utrecht, derde kwart 17de eeuw
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1902-A-4577

38
Plompetoren en de zestiende-eeuwse torens De Beer en De Vos. Dankzij de 3D-modellen kon met behulp van verschillende topografische tekeningen eeuwen na zijn verdwijning nog vrij nauwkeurig de hoogte van de Plompetoren worden opgemeten: 24,5 m.
Naast deze wisselwerking tussen de tekeningen en de modellen – de tekeningen van Saftleven als bron voor de 3D-modellen, en de bijdrage van de modellen aan het begrijpen en interpreteren van de tekeningen – is er nog een derde aspect. Tot zover was de hoofdrol van de 3D-modellen die van waardevol hulpmiddel bij het onderzoek. Maar daarnaast bieden zij ook de mogelijkheid tot het creëren van verantwoorde en verhelderende afbeeldingen, die het onderwerp voor een groter publiek op een toegankelijke en aansprekende manier helpen ontsluiten [33]. En dat laat op een eigen wijze de tekeningen van Saftleven des te meer tot leven komen als brug tussen heden en verleden.

39
Herman Saftleven
Winterlandschap met houthakkers zich warmend aan een vuur bij een stadspoort (de maand december), ca. 1670
Weimar, Stiftung Weimarer Klassik und Kunstsammlungen, inv./cat.nr. KK 5396
Notes
1 De Kam, Kipp en Claessen 2014.
2 Tentoonstelling De ommuurde stad. Geschiedenis van de stadsverdediging, Centraal Museum, Utrecht, 12 september 2020 - 17 januari 2021; zie ook De Kam 2020.
3 Dit resulteerde in publicaties over uiteenlopende onderwerpen, zoals Rembrandts tekeningen van de stadspoorten van Rhenen (Schoemaker 2007 en Schoemaker 2008), drie ruïnetekeningen van Herman Saftleven van het huis Soestbergen bij Utrecht (Schoemaker 2011), tekeningen van de Lauwerechtse poort in de Bemuurde Weerd (Schoemaker 2012), Een gezicht in Harderwijk door Jacob van Ruisdael (Schoemaker 2016), tekeningen van het Zwartewaterpoortje in de Bemuurde Weerd (Schoemaker 2017), het buitenhuis Vrijburg in de achtergrond van het portret van de familie Quarles door Gerard Hoet I (Schoemaker 2018), en drie gezichten van Rhenen – één ets en twee schilderijen – door Hercules Segers (Schoemaker 2021).
4 Wilmer 2005.
5 Bij de voorbereiding van mijn scriptie over de ruïnetekeningen van de Dom in 1972 viel mij het opvallend grote aantal stadsmuurgerelateerde tekeningen op dat ik van Herman Saftleven tegenkwam. Dit leidde tot de wens om deze ooit een keer te verzamelen en te ordenen als ‘rondwandeling met Saftleven over de wallen van Utrecht’. De voorbereidingen voor de tentoonstelling De ommuurde stad. Geschiedenis van de stadsverdediging in het Centraal Museum te Utrecht in 2020 waren aanleiding tot uitvoering van dit plan in een ruimer kader, dat voor verschillende doelen tegelijk kon dienen.