4.16 De oude Wittevrouwenpoort en het Wittevrouwenklooster
zes tekeningen, waarvan één in reeks 1 (d), één in reeks 2 (b) en één in reeks 3 (e)
Een vierkant wintergezichtje in de collectie van de John and Marine van Vlissingen Foundation (a) toont de middeleeuwse Wittevrouwenpoort vanaf het ijs bij waltoren De Hond, waarvan geheel rechts nog net een gedeelte te zien is. Op de linkerhelft van het blad tekende Saftleven de voorpoort, die in de Stadsbuitengracht stond. Het hoge gebouw (met zadeldak) in de stadsmuur is de hoofdpoort. De uitbouw aan de voorzijde is een mezekouw, van waaruit ongenode gasten met stenen, kokend lood, drek en dergelijke konden worden belaagd. Op een kleine tekening in Moskou (b) gaat de hoofdpoort schuil achter waltoren De Hond.
Een blad in Berlijn (c), waarop de poort in spiegelbeeld is weergegeven, is de voortekening van een ets (I), die evenals het voorbeeld 1646 gedateerd is.1 Een ruiter laat zijn paarden drenken bij een paardenwed langs de singel. Een tekening in Het Utrechts Archief (d) toont de hoofdpoort van de Wittevrouwenpoort vanaf een vrij hoog standpunt boven de stadswal.2 Met behulp van hun digitale 3D-modellen van de Utrechtse verdedigingswerken konden Frans Kipp en Daan Claessen vaststellen dat Saftleven de poort vanuit een raam van waltoren De Hond tekende.3 Vanaf dit standpunt had de kunstenaar geen zicht op de voorpoort van de Wittevrouwenpoort. Het gebouwtje in de verte, direct links van de hoofdpoort, is waakhuis De Kikker. De bomen links staan op het Lucasbolwerk.
In 1648 werd de Wittevrouwenpoort gesloopt. Op een in dat jaar gemaakte tekening in de Albertina in Wenen (e) zien we de afbraak van de voorpoort.4 Met een pikhouweel hakt een arbeider stenen los, terwijl een ander op het punt staat om puin naar beneden te dragen. Links van een stenen muur, die op de poort aansluit, staan verscheidene mensen, waarvan enkelen de verrichtingen van de arbeiders gadeslaan. In de verte laven paarden zich bij de drenkplaats. De aarden wal daarachter maakt deel uit van het bolwerk Wolvenburg. De waltoren geheel links is De Wolf.
De Wittevrouwenpoort had haar naam te danken aan het nabijgelegen Wittevrouwenklooster (f).5 Saftleven tekende het klooster, dat tot aan de Reformatie had toebehoord aan de orde van de Norbertinessen, vanaf de stadswal ten noorden van de poort. Vanwege hun witte kleding werden de nonnen van het klooster Wittevrouwen genoemd. De tekening met onbekende verblijfplaats toont de tweebeukige kloosterkerk in een niet al te beste staat. De muren zijn begroeid met planten en door verlies van leien zijn de panlatten van het dak van de noordelijke beuk zichtbaar. Het poortje direct links van de kerk gaf toegang tot de Wittevrouwenstraat. Aan de kant van de stadswal sluit een dubbele tuinmuur het kloosterterrein af. In 1663 werd het (voormalige) klooster gedeeltelijk door brand verwoest. Waarschijnlijk dateert de tekening uit het midden van de jaren 1650, dus nog van vóór deze brand. In 1678 is het deel van het klooster, dat gespaard was gebleven, gesloopt.

a
Herman Saftleven
IJsvermaak op de Utrechtse Stadsbuitengracht bij de Wittevrouwenpoort, 1646
Zeist, John and Marine van Vlissingen Foundation, inv./cat.nr. Atlas Munnicks van Cleeff, no. MCS/125

b
Herman Saftleven
IJsvermaak op de Utrechtse Stadsbuitengracht bij waltoren De Hond; in het verschiet de voorpoort van de Wittevrouwenpoort, tussen 1645 en 1648
Moskou, Pushkin Museum, inv./cat.nr. 4732

c
Herman Saftleven
Gezicht op de Wittevrouwenpoort te Utrecht (in spiegelbeeld), 1646 gedateerd
Berlijn (stad, Duitsland), Kupferstichkabinett der Staatlichen Museen zu Berlin

I
Herman Saftleven
Gezicht op de Wittevrouwenpoort te Utrecht, 1646 gedateerd
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-P-OB-15.039

d
Herman Saftleven
De Wittevrouwenpoort in Utrecht vanaf de stadswal gezien, ca. 1645
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 36590

e
Herman Saftleven
De afbraak van de voorpoort van de Wittevrouwenpoort te Utrecht, 1648 gedateerd
Wenen, Graphische Sammlung Albertina, inv./cat.nr. 9070

f
Herman Saftleven
Het Wittevrouwenklooster in Utrecht vanaf de stadswal gezien, ca. 1655
Whereabouts unknown
Notes
1 De ets heeft als voorbeeld gediend voor drie schilderijen door Willem van Drielenburg (RKDimages, nrs. 21426, 309594 en 309587) en een schilderij door een navolger van Herman Saftleven (RKDimages 8615). Vergelijk: RKDimages, nr. 308273.
2 Een anonieme kopie (RKDimages, nr. 292669) hiernaar behoort eveneens tot de collectie van Het Utrechts Archief. Voor een toeschrijving aan Saftleven is deze tekening mijns inziens kwalitatief te zwak. Het blad werd in 1992 aangekocht als een origineel werk van Saftleven. Ook Schulz en Salomonson waren van mening dat de tekening door hem was vervaardigd. Zie hiervoor: Schulz 1982, pp. 230-231, nr. 340; Salomonson 1983, pp. 20-21, n 11.
3 Vriendelijke mededeling Frans Kipp, 2021.
4 In Het Utrechts Archief wordt een deelkopie bewaard (RKDimages, nr. 293821). Volgens Schulz is een toeschrijving aan Saftleven ‘nicht gesichert’. Zie hiervoor: Schulz 1982, p. 263, nr. 482B. Hier wordt het blad als anoniem aangemerkt. Een achttiende-eeuwse tekening met een vergelijkbare voorstelling in de Collectie De Grez (RKDimages, nr. 293822) is mogelijk vervaardigd door Abraham Rademaker. Voor de tekeningen uit deze collectie, zie: De Grez en Nève 1913. Twee gezichten vanaf de berm aan de voet van de stadsmuur op de Wittevrouwenpoort in de Albertina (RKDimages, nr. 293925) en in Het Utrechts Archief (RKDimages, nr. 294194) zijn evenmin door Saftleven vervaardigd. Beide voorstellingen doen denken aan twee schilderijen van Jan Meerhout (ca. 1627-1677) en aan een schilderij van een kunstenaar uit de omgeving van Aelbert Cuyp (1620-1691). Vergelijk: RKDimages, nrs. 308451, 202691, 308449.
5 Voor het Wittevrouwenklooster, zie: Van Hulzen 1986, pp. 57-61; Denneman 2001, pp. 10-12.