4.11 Waltoren De Leeuw
drie tekeningen, waarvan één in reeks 15 (c)
Waltoren De Leeuw is hier drie maal vanaf de stadswal in beeld gebracht. Op de tekening met liggend formaat in het Rijksmuseum (a) kijken we naar het westen.1 Een vrouw zit op een houten bank voor de zware toegangspartij. Het lijkt een voorbouw voor de deur in de toren zelf, die mogelijk was toegevoegd in verband met een op dit deel van de stadsmuur gebouwde en later weer verdwenen galerij.2 Een stukje grond voor de ingang is provisorisch met wat houten hekken afgezet. In de dakgoot staan twee bloempotten, wat erop wijst dat de toren wordt bewoond. Geheel links zien we waltoren De Bok en rechts daarvan een over de borstwering van de stadsmuur gebouwd houten schuurtje. Drie stadsgezichten die in paragraaf 4.10 werden behandeld, tonen dit schuurtje vanaf de veldzijde van de stadsmuur.3
Op een blad met een staand formaat (b), dat eveneens tot de collectie van het Rijksmuseum behoort en in dezelfde tijd gemaakt zal zijn, kijken we naar het oosten, waar in het verschiet de waltorens De Beer en De Vos in beeld verschijnen. Boven het dak van De Beer steekt de Plompetoren uit. Saftleven keek dus vanaf dezelfde positie in twee richtingen. Op beide tekeningen (a en b) zien we hetzelfde raam aan de stadszijde van de toren. Kort na de zomerstorm van 1674 tekende hij De Leeuw nog eenmaal (c). Op dit blad in Hamburg is te zien dat de ingangspartij grote schade heeft geleden. Het kruisraam is met kozijn en al verdwenen en van het dak zijn leien gewaaid, waardoor de panlatten zichtbaar zijn.

a
Herman Saftleven
De noordelijke stadswal van Utrecht met waltoren De Leeuw en in het verschiet waltoren De Bok, derde kwart 17de eeuw
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1895-A-3075

b
Herman Saftleven
De noordelijke stadswal van Utrecht bij waltoren De Leeuw, derde kwart 17de eeuw
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-T-1891-A-2472

c
Herman Saftleven
De stadswal van Utrecht met waltoren De Leeuw na de orkaan van 1 augustus 1674, 1674 gedateerd
Hamburg, Hamburger Kunsthalle, inv./cat.nr. 1963-338
Notes
1 Een schetsmatige tekening van een anonieme kunstenaar (RKDimages, nr. 293730) in de voormalige collectie van Bernard Houthakker (1884-1963) toont De Leeuw vanuit een net iets andere hoek. Vanwege dit verschil is het niet aannemelijk dat het een voorstudie is van de tekening met liggend formaat in het Rijksmuseum (a). Het blad werd in februari 1921 in Londen geveild als een werk van Meindert Hobbema (1638-1709). Schulz achtte een toeschrijving aan Herman Saftleven mogelijk. Zie hiervoor: Schulz 1982, p. 272, nr. 530.
2 Vriendelijke mededeling Frans Kipp, 2 maart 2023.