2.3 Tekenreis naar Gelderland
Saftlevens vroegst bekende, ‘puur’ topografische tekeningen dateren uit de eerste helft van de jaren 1640. Aangenomen kan worden dat zij tijdens een reis van Utrecht naar Gelderland zijn ontstaan.1 De opvallend grote, langwerpige bladen zijn uitgevoerd in zwart krijt en vervolgens uitgewerkt en gewassen met penseel in grijze en/of bruine inkt. Kenmerkend zijn de gearceerde, donkere voorgronden, de lobbige bladerpartijen van bomen en struiken en – indien aanwezig – de wat houterige figuurtjes. Een gezicht op de stadswallen van Arnhem bij de Rijnpoort [36] uit deze groep vroege, natuurgetrouwe landschappen dateert zeker van vóór het midden van het jaar 1644. Toen werd namelijk de houten brug over de droge gracht voor de Rijnpoort – duidelijk te herkennen op de tekening – vervangen door een stenen boogbrug.2 Deze ‘nieuwe’ brug zien we op een tekening van Saftleven uit de vroege jaren 1650 [37].

36
Herman Saftleven
Arnhem, gezicht buiten de Rijnpoort, tussen 1640 en 1644
Arnhem, Gelders Archief

37
Herman Saftleven
Arnhem, gezicht buiten de Rijnpoort, tussen 1650 and 1655
Whereabouts unknown
Tot dezelfde groep als het blad in het Gelders Archief [36] behoren een boslandschap bij Hoog Soeren in de omgeving van Apeldoorn, twee panoramalandschappen bij Renkum [38 en 39], een weids gezicht vanaf de Heimenberg (Grebbeberg) met links in de verte de kerk van Opheusden [40], twee even weidse gezichten, die geassocieerd worden met Wageningen (of Driel) [41] en Schenkenschanz [42], én een gezicht op de stadsmuur van Zutphen bij de watermolens in de rivier de Berkel [43].3 Tekeningen van verder naar het oosten gelegen dorpen en steden uit deze groep zijn niet bekend. Wél kunnen een gezicht van de Westpoort [44] en een gezicht van de stadsmuur [45] van Rhenen, de meest zuidoostelijke stad van de provincie Utrecht, hiertoe worden gerekend. Samen met de gezichten van Arnhem en Zutphen [36 en 43] zijn dit de vroegst bekende stadswaltekeningen van Saftleven. De oorsprong van diens interesse in de verbeelding van middeleeuwse stadsverdedigingswerken ligt dus mogelijk niet in, maar buiten de Domstad.4 De datering van de tekenreis in de eerste helft van de jaren 1640 wordt ondersteund door de vergelijking van de genoemde tekeningen met Saftlevens geschilderde landschappen uit die tijd, waarop soortgelijke bomen te zien zijn.5

38
Herman Saftleven
Panoramalandschap bij Renkum, tussen 1640 en 1645
Haarlem, Teylers Museum, inv./cat.nr. P 24

39
Herman Saftleven
Gezicht op Renkum met de Wageningseberg in het verschiet, tussen 1640 en 1645
Wenen, Graphische Sammlung Albertina, inv./cat.nr. 9050

40
Herman Saftleven
Gezicht vanaf de Heimenberg (nu Grebbeberg) bij Rhenen over de Nederrijn naar Opheusden, tussen 1640 en 1645
Wenen, Graphische Sammlung Albertina, inv./cat.nr. 9051

41
Herman Saftleven
Panorama bij Wageningen, tussen 1640 en 1645
Cambridge (Engeland), Fitzwilliam Museum, inv./cat.nr. PD. 690-1963

42
Herman Saftleven
Panoramalandschap in Gelderland, tussen 1640 en 1645
Cleveland (Ohio), The Cleveland Museum of Art, inv./cat.nr. 61.37

43
Herman Saftleven
Zeemmolens te Zutphen, tussen 1640 en 1645
Zutphen, Stedelijk Museum Zutphen, inv./cat.nr. P 00188

44
Herman Saftleven
De Westpoort van Rhenen gezien vanuit het zuiden, tussen 1640 en 1645
Weimar, Stiftung Weimarer Klassik und Kunstsammlungen, inv./cat.nr. GR-2009/8491 (old number: KK 5397)

45
Herman Saftleven
De stadsmuur van Rhenen, tussen 1640 en 1645
Utrecht, Het Utrechts Archief, inv./cat.nr. 206062
Een weids uitzicht op de stad Utrecht vanaf de omloop van de Egmondkapel in de Domtoren [46] behoort eveneens tot deze groep en dateert dus van kort voor of kort na de reis.6 We kijken hier met Saftleven naar het zuiden. Van links naar rechts herkennen we de Catharijnekerk, de kapel van het Agnietenklooster, de Lange Nieuwstraat, de kerk van het Abraham Doleklooster (tegenwoordig Lutherse Kerk), de Nicolaïkerk, de Oudegracht en de Bijlhouwerstoren. Door de gefantaseerde zandhoop op de voorgrond is het of de kunstenaar de stad vanaf een heuvel in beeld bracht.7 In de catalogus van de in 1748 in Amsterdam gehouden nalatenschapsveiling van tekeningen- en muntenverzamelaar Gerrit Schaak (1676-1748) vinden we ‘22 Capitale en uitvoerige Landschappen van H. Saftleeven, van zyn beste tyd, bestaande in Gezigten buiten Arnhem, Utregt, de Dorenwaart, Rheenen en elders.’8 Het is goed mogelijk dat zich in dit lot verscheidene tekeningen bevonden, die Saftleven tijdens zijn reis naar Gelderland had vervaardigd.

46
Herman Saftleven
Gezicht vanaf de Domtoren te Utrecht naar het zuiden, tussen 1640 en 1645
Wenen, Graphische Sammlung Albertina, inv./cat.nr. 9049
Bij Saftleven zien we dus een ontwikkeling van (topografisch niet nader te duiden) Hollandse landschappen, via italianiserende landschappen en fantasielandschappen met herkenbare topografische elementen naar natuurgetrouwe landschappen. Hierbij moet worden bedacht, dat hij de fantasielandschappen nooit vaarwel heeft gezegd. Integendeel, het schilderen daarvan vormde de kernactiviteit waarop zijn kunstenaarsonderneming was gebaseerd. Saftleven vervaardigde zowel fantasiegezichten als tekeningen naar het leven. Een opmerking van kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken (1660-1719) in De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen is in dit verband veelzeggend: ‘Hy was buiten zyn schilderen ook by uitnementheid vlytig in naar ’t leven te teekenen dat hy op een vaardige dog vaste wyze met zwart kryt wist te doen.’9
Notes
1 Schulz meende dat deze tekenreis in 1644 had plaatsgevonden. Hij leidde dit af uit het feit dat dit jaartal wordt vermeld op een tekening van de kerk te Heelsum in Teylers Museum (RKDimages, nr. 228797). Hierbij merkte hij echter op: 'Allerdings muß eingeräumt werden, daß Monogramm wie Jahreszahl dieses Blattes als eigenhändig nicht völlig gesichert sein.' Zie: Schulz 1982, pp. 63, 74, 301, nr. 643, afb. 84. Dit ondergraaft zijn nauwkeurige datering van de tekenreis. Volgens Marijn Schapelhouman is de kerk afgebeeld in de toestand van ná een in 1648 uitgevoerde verbouwing, waarmee de datering 1644 op losse schroeven komt te staan. Zie hiervoor: Amsterdam 1993, p. 118, nr. 54. Zie ook: Plomp 1997, p. 373, nr. 425.
2 Zie hiervoor: Van Eeghen en Van der Kuil 2015, p. 88, nr. 63.
3 Voor het boslandschap bij Hoog Soeren, zie: RKDimages, nr. 307455.
4 Behalve in Arnhem, Zutphen, Rhenen en Utrecht heeft Saftleven ook in Montfoort en Vlissingen tekeningen van de stadsverdedigingswerken gemaakt: RKDimages, nrs. 302880, 302881, 68324, 302879, 232508 en 294446.
5 Vergelijk: RKDimages, nrs. 302137, 303147, 8351, 62573, 191291 en 238166.
6 Met dank aan Kaj van Vliet voor de topografische identificatie. Schulz ging ervan uit dat het een gezicht op Leiden was: Schulz 1982, pp. 74, 295, nr. 618, afb. 134.
7 Vergelijk twee tekeningen van Anthonie Waterloo (RKDimages, nrs. 295853 en 295852), waarin dezelfde ‘truc’ wordt toegepast. Voor deze bladen, zie: Wilmer 2005, pp. 342-343, nrs. 392 en 393.
8 Veiling Gerrit Schaak, Amsterdam (Verkolje…Verkolje), 28 oktober 1748, Let. M., nr. 1-20.
9 Houbraken 1718-1721, dl. 1 (1718), p. 341.