Herman Saftleven

RKD STUDIES

2.2 Utrechtse motieven


Het staat niet vast wanneer Saftleven is begonnen met het tekenen van Utrechtse gezichten. Voor zover bekend zijn er geen herkenbare stadsgezichten of landschappen overgeleverd uit zijn eerste jaren in de Domstad. Een 1639 gedateerd landschapje met een vesting op een heuvel in het Herzog Anton Ulrich Museum [26] sluit nog aan op de italianiserende fantasielandschappen van daarvóór. Een opvallend detail is de wandelaar met de stok linksonder, die hij laat terugkeren in het vroegst bekende werk met een (herkenbaar) topografisch motief [27].

Bouwhistoricus Frans Kipp kon aantonen dat de kerkruïne op deze tekening in het Hessisches Landesmuseum Darmstadt is gemodelleerd naar het voorbeeld van de Utrechtse Domkerk. Het is een weergave van het uitzicht vanaf een hoog standpunt op het bovenste deel van de tweede straalkapel van de kooromgang van de Domkerk.1 Uitgaande van de zichtlijnen heeft Saftleven het gebouw in beeld gebracht vanuit een zolderluik of vlieringvenster in de topgevel van het linker zijhuis van het deels nog bestaande (claustrale) huis ter plaatse van Achter de Dom 12-14.

De voorstelling is nauw verwant aan het 1641 gedateerde schilderij Christus voorspelt de ondergang van Jeruzalem in het LVR-LandesMuseum Bonn [28], dat in hoofdstuk 1 ter sprake kwam.2 Op de plek van het middenvenster van de tweede straalkapel schilderde Saftleven een toegangsportaal, waardoor Jezus en zijn twaalf discipelen naar buiten zijn getreden. Vermoedelijk zijn deze figuren door een andere kunstenaar toegevoegd, maar onbekend is door wie.3 De tekening [27], die waarschijnlijk als voorstudie voor het schilderij heeft gediend, zal in of kort vóór 1641 zijn ontstaan. Het kerkgebouw op het schilderij in Bonn verbindt het Bijbelse verhaal met de woonplaats van de kunstenaar, waardoor de scène extra betekenis krijgt en tot nadenken stemt. In beide gevallen [27 en 28] plaatste de kunstenaar het kerkgebouw in een gefantaseerde omgeving. Het is alsof Saftlevens fascinatie voor topografische onderwerpen zich – paradoxaal genoeg – vanuit de verbeelding van fantasielandschappen heeft ontwikkeld.

26
Herman Saftleven
Landschap met vesting op een heuvel, 1639 gedateerd
Braunschweig, Herzog Anton Ulrich-Museum, inv./cat.nr. Z 1698


27
Herman Saftleven
Kerkruïne met wandelaar, in of kort voor 1641
Darmstadt, Hessisches Landesmuseum (Darmstadt), inv./cat.nr. AE: 1063

28
en Anoniem en Anonymous Herman Saftleven
Christus voorspelt de ondergang van Jeruzalem: 'hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels, en gij hebt niet gewild' (Matteüs 23:37; Lukas 13:34), 1641 gedateerd
Bonn, LVR-LandesMuseum Bonn, inv./cat.nr. 60.72


Saftleven is niet de eerste en zeker niet de enige kunstenaar die dit ‘topografische spel’ met zijn publiek speelde. In Utrecht waren Abraham Bloemaert, Adam Willaerts (1577-1664) en Joost Cornelisz. Droochsloot hem hierin voorgegaan en in die zin sluit Saftleven aan bij een bestaande beeldtraditie. In een kustlandschap van 1623 tekende Willaerts bijvoorbeeld de Bijlhouwerstoren [29]. Het gaat hier niet om een typisch Utrechts fenomeen, want kunstenaars als Esaias van de Velde [15], Jan van Goyen, Salomon van Ruysdael (1600/1603-1670), Jan Abrahamsz. Beerstraaten (1622-1666) en iets later ook Jan van der Heyden (1637-1712) speelden het spel enthousiast mee.4 Het was een van de manieren om schilderijen en tekeningen aantrekkelijk te maken voor het koperspubliek.

Aan de gewoonte, om bestaande bouwwerken in fantasielandschappen weer te geven, zou Saftleven de rest van zijn werkzame leven vasthouden. Soms zijn diens topografische verwijzingen makkelijk te herkennen, zoals in twee Rijnlandschappen uit de vroege jaren 1650 [30 en 31], waar de Domtoren in de achtergrond verschijnt.5 De kerk in een ommuurd stadje langs de oever van een rivier in een bergachtig landschap [32] kan worden geïdentificeerd als de Utrechtse Catharijnekerk.6 Op de 1676 gedateerde pendant [33] schilderde Saftleven een kerktoren, die weer sterk op de Domtoren lijkt. Wanneer het een onbekend bouwwerk betreft, valt het uiteraard minder snel op. In een bergachtig rivierlandschap van 1679 schilderde Saftleven bijvoorbeeld een ruïne, die hij vijf jaar eerder in het buitengebied ten oosten van de Wittevrouwenpoort op papier had vastgelegd [34 en 35].7

29
Adam Willaerts
Kustlandschap met vissers die een boot aan land trekken, met links de Utrechtse Bijlhouwerstoren, 1623 gedateerd


30
Herman Saftleven
Weids Rijnlandschap met reizigers op de voorgrond, in het midden de Domtoren van Utrecht, 1651 gedateerd
Private collection

31
Herman Saftleven
Rivierlandschap met kerkgebouw en Utrechtse Domtoren, 1652 gedateerd
Hamburg, Hamburger Kunsthalle


32
Herman Saftleven
Een rivierhaven in een bergachtig Rijnlandschap met figuren die boten uitladen, 1676

33
Herman Saftleven
Rijnlandschap met aanlegplaats en kerktoren (Domtoren, Utrecht), 1676 gedateerd


34
Herman Saftleven
Weids rivierlandschap met een ruïne, 1679 gedateerd
München, kunsthandel Xaver Scheidwimmer

35
Herman Saftleven
Ruïne van een huis buiten de Utrechtse Wittevrouwenpoort, 1674 gedateerd
Haarlem, Teylers Museum, inv./cat.nr. P 27


Notes

1 Schoemaker 2022A, pp. 95-97.

2 Voor dit schilderij, zie ook: Dattenberg 1967, p. 287.

3 Schulz schreef de stoffage toe aan Cornelis van Poelenburch (1594/1595-1667). Dit wordt echter door Nicolette Sluijter-Seijffert weersproken: ‘The stately figures in long robes in no way resemble Poelenburch’s round, lively figures.’ Zie hiervoor: Sluijter-Seijffert 2016, p. 199, n 234.

4 Zie hiervoor ook: De Meyere 1988A, pp. 252-295.

5 Voor een ander Rijnlandschap met de Domtoren, zie: RKDimages, nr. 3057.

6 In een Rijnlandschap van 1675 (RKDimages, nrs. 193819) plaatste Saftleven dezelfde kerk op een heuveltop.

7 In een rivierlandschap van 1682 (RKDimages, nr. 302726) keert een deel van dezelfde ruïne terug.